Klepgeleider herstellen

De klepgeleider moet niet alleen zorgen voor een goede geleiding van de klepsteel maar moet ook zorgen voor een goede warmteafvoer naar de kop en zal dus een goed warmtegeleidingsvermogen én goede glijeigenschappen moeten hebben. De geleider zal daarom ook zo lang mogelijk gehouden worden maar mag echter niet in het uitlaatkanaal uitsteken daar hij dan extra warmte opneemt.
Door de op- en neergaande krijgen we slijtage op de klepgeleider. De speling klep / geleider mag niet te groot worden wat nadelig is voor de smering, voor een goede klepzitting en zo gaat er ook olie in de cilinder terecht komen.
Meest gebruikte materialen zijn grijs gietijzer en brons. Brons geeft een betere warmteafvoer maar heeft een grotere uitzettings-coefficient dan gietijzer (18.10-6 ↔ 11.10-6 ) waarmede we rekening moeten houden bij de bepaling van de perspassing.
Is de speling te groot geworden of gaan we een klep gebruiken met bv. een andere steeldoormeter, dan moet de klepgeleider vervangen worden.
Op ons eigen ontworpen toestel wordt dan de klepgeleider verwijderd. De nieuwe klepgeleider wordt dan in de kop geperst. De groote van de perspanning hangt ook af van het materiaal van de cilinderkop. Is de cilinderkop uit aluminium ( met uitzettingscoefficient 24 .10-6 ) en wil men een gietijzeren geleider monteren dan zal men een iets zwaardere perspassing gaan toepassen dan bij een gietijzeren kop. De aluminium cilinderkop gaat immers op bedrijfstemperatuur meer uitzetten dan de gietijzeren geleider en deze zal dus minder “ vast “ komen te zitten maar mag zeker niet loskomen. Nadat de nieuwe klepgeleider gemonteerd is moet deze op de juiste binnendoormeter uitgedraaid worden om de gewenste speling met de steel te verkrijgen. Hierbij moet de centerlijn van de boring door het centerpunt van de zitting gaan daar anders de klep scheef op de zitting komt. Ons toestel zoekt automatisch deze centerlijn op.